dinsdag 26 februari 2013

Jiaogulan



Jiaogulan 绞股蓝 (Gynostemma pentaphyllum) is een klimplant uit de komkommerfamilie (Cucurbitaceae) die in Zuidoost-China, Japan en Thailand in het wild voorkomt. Het is van oudsher een belangrijke plant in de traditionele Chinese geneeskunde. De plant staat in de belangstelling van onderzoekers vanwege zijn krachtige vitaliserende eigenschappen, die verwant zijn aan de eigenschappen van ginseng.

De plant heeft vele positieve bijnamen. De plant wordt in de Chinese provincie Guizhou het "kruid der onsterfelijkheid" genoemd, omdat het hoge aantal honderdjarigen in de regio aan het dagelijks gebruik van theebereidingen met dit kruid wordt toegeschreven. Ook heet het soms vijfbladige ginseng, hoewel het niet nauw verwant is met de echte ginseng. In Japan wordt de theesoort vanwege zijn enigszins zoete smaak "Amachazuru Sweet Tea" genoemd.

De inhoudstoffen van de plant staan bekend als adaptogeen en antioxidiant. De werking is toe te schrijven aan gypenosiden die lijken op de ginsenosiden van de bekende ginseng. Ook een cholesterolverlagend effect is vastgesteld.

Thee kan op de gebruikelijke wijze gemaakt worden van verse of gedroogde bladeren. Verse geplukte bladeren van de plant zijn eetbaar en smaken naar zoethout. Gedroogde en verpakte thee is hier en daar verkrijgbaar, waarbij het raadzaam is goed op de verpakkingsdatum van het product te letten.

De Jiaogulan kan binnen of buiten als klim- of als hangplant gehouden worden. Als zij buiten overwintert, verliest ze haar bladeren in het koude seizoen. De plant neemt genoegen met een plaats in de halfschaduw en met normale potgrond, die af en toe bijgemest wordt. Het snel groeiende plantje kan men goed vermeerderen door het te stekken. Vermeerdering uit zaad vergt geduld want de kiemduur is lang (bij een constante temperatuur van boven de 20 graden Celsius).

Teksten op dit blog, waaraan meestal meerdere auteurs meewerkten, verschenen eerder onder vrije licentie op nl.wikipedia.org. De teksten en afbeeldingen zijn zorgvuldig voor dit blog geselecteerd en bewerkt. Ze zijn vrijgegeven onder de licentie naamsvermelding/gelijk delen. Bekijk dekoppeling onderaan deze pagina voor de volledige tekst van de licentie.


Gewone Margriet



De gewone margriet (Leucanthemum vulgare, synoniem: Chrysanthemum leucanthemum) is een vaste plant uit de composietenfamilie (Asteraceae).

De hoofdbloei valt rond juni. De plant heeft een bloemhoofdje met een geel hart bestaande uit buisbloemen, dat wordt omkranst door witte straalbloemen. De stengels zijn meestal niet of weinig vertakt. De wortelstok is meestal gedrongen en vertakt. Het aantal donkergroene bladeren is variabel.
De gewone margriet is vrij karakteristiek voor graslanden die gemaaid worden, zoals bermen en hooilanden. Vaak kiemt de margriet op tijdelijk open plekken in het grasland, zoals molshopen. Koningin Wilhelmina liet indertijd op Paleis Het Loo de gazons tot en met juni ongemaaid waardoor de margrieten konden bloeien. Daarna werden deze terreinen weer als gazon beheerd. Inderdaad blijkt de margriet het in deze hooigazons goed te doen. Waar ze op zandgronden groeit, is de grond vaak vermengd met leem of een ander fijnkorrelige grondsoort. Op klei is het een indicator voor minder grote voedselrijkdom.
De naam margriet komt van het Oudgriekse margarites, dat weer uit het Babylonisch komt en parel betekent. Een andere Nederlandse naam die in vroegere tijden voor de margriet is gebruikt is ganzebloem, die tegenwoordig voor een andere soort wordt gebruikt.

Als tuinplant worden vaak andere Leucanthemum-soorten en -hybriden toegepast. Voorbeelden hiervan zijn: Leucanthemum maximum, Leucanthemum lacustre × maximum en Leucanthemum superbum.


Creative Commons-Licentie
Dit werk is gelicenseerd onder een Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Unported licentie

Deze site gebruikt Cookies.